Musculus adductor pollicis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Musculus adductor pollicis
Spier
Musculus adductor pollicis
Gegevens
Zenuw nervus ulnaris
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De musculus adductor pollicis (Latijn voor “duimstrekker”) is de sterkste skeletspier van de bal van de duimmuis (thenar). De spier ligt diep in de duimmuis, direct tussen de musculi interossei I en II en vormt een driehoekige spierplaat in de middenhand.

De spier heeft twee koppen: de caput obliquum en de caput transversum. De caput obliquum komt voort uit het os capitatum, de basis van het middenhandsbeentjes II en III, het intercarpale ligament en de omhulling van de pees van de musculus flexor carpi radialis. De caput transversum is driehoekig en komt voort uit het onderste tweederde deel van de zijkant van de hand van het derde middenhandsbeentje.

De adductor pollicis brengt de duim dichter bij de wijsvinger en zorgt in geringe mate voor de oppositie en strekken van de duim.

De adductor pollicis wordt geïnnerveerd door de nervus ulnaris. De polsslagader loopt tussen de twee koppen van de spier, van de handrug tot in de handpalm.

klinische betekenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Als de functie van de adductor pollicis verloren gaat (meestal als gevolg van verlamming van de nervus ulnaris), wordt de duim aan het eindgewricht gebogen om iets tussen duim en wijsvinger vast te kunnen houden. Deze beweging wordt uitgevoerd door de flexor pollicis longus, die wordt geïnnerveerd door een andere zenuw, namelijk de medianuszenuw. Het overeenkomstige klinische teken wordt het teken van Froment genoemd.