Kasteel Valkenburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 81.206.82.217 (overleg) op 11 jun 2005 om 16:45. (Definitieve verwoesting)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Kasteel Valkenburg is een kasteelruïne in het stadje Valkenburg aan de Geul.

De resten van de 13e eeuwse ridderzaal

Geschiedenis

1e burcht

Ene Gosewijn de Eerste van Heinsberg bouwt omstreeks het jaar 1115 op de Heunsberg nabij de Geul een kasteel. Deze fortificatie bestaat dan uit een enorme woontoren met een afmeting van 12 bij 18 meter. Deze toren was gebouwd van vuursteen en andere harde natuursteen soorten. Al in 1122 werd deze toren alweer vernietigd door een leger van de Duitse keizer die een conflict met Gosewijn had.

2e burcht

Op de plek van de verwoeste toren werd door Gosewijn II (die zich ook heer van Valkenburg begon te noemen) een nieuw kasteel gebouwd. Deze burcht had de vorm van een zware zestienhoekige toren van mergelsteen. De doorsnede van dit gebouw was 15 meter en de muren waren 2 meter dik. De burcht werd weer omringd met een muur van palissaden. Aan de voet van de burcht ontwikkelt zich een stadje, dat ook de naam 'Valkenburg' zal krijgen. Helaas kwam ook Gosewijn II enkele keren in conflict met de Duitse keizer, wat in 1141 resulteerde in de verwoesting van het kasteel en het stadje.

3e en huidige burcht

In 1170 overleed Gosewijn II en zijn bezittingen gingen over naar Gosewijn III. Deze had een goede verstandhouding met de toenmalige keizer Frederik Barbarossa en verbleef vaak met hem in Italië. Gosewijn III ontving uiteindelijk de titel van graaf uit handen van de keizer. Het kasteel maakt in deze periode een grote ontwikkeling door. Omstreeks 1200 werd er een tienhoekige toren gebouwd ter vervanging van de veel grotere zestien hoekige toren. De wal van palissaden werd vervangen door een stenen schildmuur en er verschenen tal van andere bijgebouwen op het kasteelterrein. Omstreeks 1250 staat er een complex waar de huidige putkamer, een deel van de huidige kapel en een voorloper van de huidige ridderzaal deel van uitmaken.

Gedurende de loop van de 14e eeuw werd het kasteelterrein groter gemaakt door middel van het storten van puin en breidde het complex zich sterk uit. De tienhoekige toren verdween en werd niet meer door een nieuwe donjon vervangen. Hiervoor in de plaats kwam een groot gebouw met twee vleugels omringd door een ruime schildmuur voorzien van twee zware, ronde verdedigingstorens. Buiten de hoofdpoort van het kasteel lag de 'Dwingel'; een spiraalgewijs om de burcht lopende muur die de toegang tot de burcht controleerde.

Definitieve verwoesting

Gedurende het verloop van de Middeleeuwen wordt het kasteel enkele keren belegerd, maar nooit veroverd. In de Tachtigjarige oorlog wisselde het kasteel enkele keren van bezetter, maar de staatse troepen weten de burcht in 1644 definitief in handen te krijgen. In 1672 weten Franse troepen het kasteel kortstondig te veroveren, maar zij worden alweer snel verdreven. Onmiddellijk daarna besluit stadhouder Willem III de burcht op te blazen omdat het hem waarschijnlijk niet weer zou lukken om de burcht weer te veroveren. Dit zou de burcht voor Fransen tot een belangrijk bruggenhoofd kunnen dienen. Hierna is de ruïne nooit meer opgebouwd. Bij de brand van 1773 heeft men vele rotesblokken van de kasteel-ruïne gebruikt om Valkenburg weer op te bouwen.