Spatangoida
Spatangoida | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Het skelet van de Spatangus purpureus | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Orde | |||||||||||||||
Spatangoida Claus, 1876 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Spatangoida op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De orde van spatangoida behoort tot de klasse der stekelhuidigen (echinodermata).
Morfologie
De spatangoida hebben een ovaal tot eirond lichaam. Door een inbochting is het lichaam hartvormig. De dieren graven zich diep in met behulp van de stekels. Een lantaarn van Aristoteles ontbreekt echter.
De mond is schepvormig en neemt bodemmateriaal (dood en levend) op en verteert hieruit de organische bestanddelen. De skeletplaatjes waardoor de voetjes van het watervaatstelsel steken, vormen met elkaar op de bovenzijde een bloemfiguur.
Leemilieu
Ze leven verborgen in de afzettingen en sommige, zoals de Echinocardium cordatum, bouwen zelfs een hol. De diepte en de structuur van het hol variëren naargelang de soorten. De wand wordt versterkt dankzij het door gespecialiseerde stekels (clavulae) afgescheiden slijm en de oude, afgebroken stekels.
Voedsel
Deze stekelhuidigen maken deel uit van de Atelostomata en zij voeden zich door de massieve afzettingen in zich op te nemen, waarvan ze de organische delen afschrapen. De phyllopoda (kleine kreeftjes) verlaten de sedimenten tegenover de mondholte. Bij de soorten die in een hol wonen, worden afzettingen van oppervlakte van het hol afgegraven. Daar zij vol met organische stoffen zitten, zijn ze dus goed voor deze spatangoida.